Die goeie laatste game
Niveau:
 |  Leestijd:    |  Laatst bijgewerkt:  9-5-2020

En dan ineens lukt het wel

Iedere bowler maakt het weleens mee. Tijdens de wekelijkse leagueavond of tijdens een toernooi. Vol goede moed wordt er begonnen. Het ingooien loopt aardig maar zodra de wedstrijd begint is het toch niet makkelijk. Zoeken naar de juiste lijn en die fijne balreactie. Er vallen pins, maar niet van harte. Een enkele strike wordt ook opgevolgd door een enkele split. De volgende game lijkt eenzelfde gevecht te zijn. Met de baan. Met de pins. En vooral met jezelf. De score is matig of ronduit slecht. Het enige wat stijgt is de temperatuur en de daarmee gepaard gaande frustratie. Of is het andersom?

 

Alle goede zin is verdwenen. Net als het geduld, het vertrouwen en de juiste concentratie. En dan…als het toch niet meer uitmaakt. Als de wedstrijd al verloren is en de finale niet gehaald gaat worden. Dan ineens is daar die hoge game!

 

Waarom zo moeilijk?

Plotseling heb je de lijn te pakken. Loopt de bal fantastisch de pocket in. Vallen de strikes als vanzelf en zijn de spares geen enkel probleem. Een game die vaak 50 tot wel 100 pins hoger is dan de vorige games. Waarom deed ik daarvoor zo moeilijk? En waarom gaat het nu ineens wel?

Blijkbaar wist ik het al die tijd wel. Blijkbaar kon ik het al die tijd wel. Of is het toeval?

Nee. Dat laatste is het zeker niet. En ongeacht het niveau heeft iedere speler dit weleens – en meestal meerdere malen- meegemaakt. Van topper tot beginner.

Iedereen vraagt zich weleens af waarom het zo moeilijk gaat of lijkt te moeten gaan. Terwijl het op andere momenten als vanzelf lijkt te gaan. Terwijl het tijdens de training van de week nog zo goed ging. Terwijl het tijdens het ingooien eigenlijk best wel goed ging.

Wat is het toch dat er zo’n groot verschil kan zijn tussen die makkelijke en moeilijke momenten. En hoe kan het dat dit van het ene moment op het andere kan veranderen?

 

Het zit altijd tussen de oren

Altijd! Bewegingen worden gedaan door de spieren. Maar de spieren worden aangestuurd door het centrale zenuwstelsel oftewel de hersenen.

Sommige bewegingen worden vanuit het ruggenmerg aangestuurd en dat zijn vooral de reflexen. Aangeleerde bewegingen zoals bij het bowlen vinden toch plaats door prikkels die vanuit de hersenen verstuurd worden. Afhankelijk van het niveau zijn die in meer of mindere mate geautomatiseerd, ingesleten en gaan ze in meer of mindere mate onbewust. Maar altijd spelen de gedachten een rol. Soms een grote en soms een kleinere rol. Gedachten werken mee of ze werken tegen. Je eigen gedachten kunnen de grootste tegenkracht zijn als het gaat om jouw prestatie.

Men zegt weleens “je bent zelf je grootste vijand” en iedereen kan daar wel iets bij bedenken. Het goede nieuws is dat je ook zelf “je grootste vriend” kan zijn of worden.

Met een klein beetje kennis van zaken, een kleine beetje hulp en vooral veel zelfkennis kan je een heel eind komen!

 

Beetje kennis van zaken

Vanuit de psychologie en dan met name de sportpsychologie weten we steeds meer over de processen die meespelen tijdens een prestatie. In de jaren ’90 werkten we met de nationale selecties al met een sportpsycholoog samen. Rico Schuijers heeft de spelers en coaches van toen jarenlang begeleid en daarbij zelf ook veel bijgeleerd. In 2008 werden de dames hockeyploeg en dames waterpoloploeg Olympisch kampioen mede onder zijn begeleiding. In 2012 was hij toegevoegd vanuit het NOC*NSF aan het Olympisch team voor alle sporten.

Rico leerde de spelers van het nationale team over de aandachtscirkels van Eberspächer, een Duitse sportpsycholoog die dit model in 1990 ontwierp.

Ik weet van minstens één Nederlands teamspeler die Wereldkampioen werd in 1995 dat hij daar veel hulp aan had.

Iedereen kan hier veel hulp aan hebben. Het enige wat je zelf moet leren is het herkennen van de cirkel waarin je zit. Zodra je dit herkent kan het al helpen om weer terug te komen naar de kern.

 

Mijn taak

Als alles vanzelf gaat dan ben je alleen maar bezig met efficiënt bewegen. Met bowlen zoals jij dat kan. Je voelt je heerlijk en je laat je niet afleiden. Je ziet precies wat er gebeurt en je past je aan zodra dit nodig is. De score is een logisch gevolg van wat je doet en je laat je zeker niet door de score afleiden.

Als je heel diep in deze toestand bent dan wordt dat ook wel ‘Flow’, in ‘De Zone zijn’ of ‘In Trance zijn’ genoemd. Eén ding is zeker: je levert op dat moment je beste prestatie en als er niemand om je heen beter is dan win je.

 

Afleidingen van je omgeving

In de 1e cirkel wordt je niet afgeleid. Eigenlijk is het beter om te zeggen: laat je je niet afleiden. Want afleiden kan alleen als jij het toelaat. Besef dit goed!

De directe afleiding bij het bowlen zijn natuurlijk de scores, de baancondities, de balreactie die niet lekker is, spelers om je heen die kletsen, gebaren of storend gedrag vertonen. Let wel: storend in jouw ogen !!

Maar ook een hongergevoel of dorst of de drang naar nicotine hoort hierbij.

Het zijn direct afleidingen die voorkomen kunnen worden of simpelweg niet toegelaten kunnen worden. En het is duidelijk dat de oplossing bij jezelf ligt!

Zo simpel is het.

En toch ook zo moeilijk.

Dat wil zeggen; het is echt een knop die je om kan zetten. Zodra je iets erg vindt, dan wordt het ook erg. Zodra je iets niet meer erg vindt dan is het nog niet weg maar het is niet erger dan nodig is en je kan beginnen om rustig te werken aan een oplossing.

Als bijvoorbeeld de baanconditie voor jou heel lastig is kan je daar een punt van maken. En misschien heb je zelfs gelijk met jouw argumenten waarom dit moeilijk is. Tegelijkertijd staat er iemand verderop een hoge game te spelen. Blijkbaar is er een manier om deze baanconditie goed te bespelen.

Blijf je hangen in jouw bezwaren en argumenten dan blijf je in cirkel 2 hangen en zul je nooit optimaal presteren. Lukt het je om dit te herkennen en te accepteren dan kan je terug naar cirkel 1 en gaan werken aan een oplossing.

Misschien moet je dan genoegen nemen met een aardige score en kom je nooit in flow omdat dit nu eenmaal niet jouw dag was. Maar in elk geval haal je de meest optimale score van dat moment en kan je tevreden zijn over jouw inzet.

 

Hoe het zou moeten zijn

Sommige spelers hebben hier niet zo’n last van, maar de meesten kennen ook deze fase wel: “het was dan wel een strike, maar niet zoals die hoorde”, “ik liet de bal niet helemaal goed los”. En uiteraard is dat soms ook wel nodig. Dat je niet tevreden bent met die lucky strike omdat je weet dat een volgende, minder goede bal, geen strike oplevert en misschien wel een split.

Echter, die constatering is genoeg om jouw lichaam (lees: hersengedeelte dat zich onbewust bezig houdt met goed bewegen) de volgende worp beter te laten doen. Op het moment dat je er iets bewust van gaat vinden en bewust wilt verbeteren, blijf je hangen in het denken aan beter bewegen i.p.v. dat je het ook gaat doen. Hoogstwaarschijnlijk gaat dat ene aspect wel goed terwijl je nu iets anders fout doet. En zo kun je heel lang door gaan totdat je nog verder wegzakt.

Stel je wandelt over de stoep en je struikelt een beetje. Ga je nu heel bedachtzaam verder? Denk je heel bewust aan hoe je je voet neerzet? Of loop je gewoon verder en ben je het al snel vergeten? Pas als je kort daarna weer dreigt te struikelen ga je misschien eens bewust opletten wat er aan de hand is en ontdek je misschien de oorzaak. Maar meestal lost het “beweegprobleem” zich dus vanzelf op.

 

De score

In elke sport is dit een valkuil. Denken aan het resultaat en vervolgens ook de gevolgen hiervan. Het is meestal een verlammende gedachte. Slechts een enkele keer werkt het motiverend en kom je daardoor in de kern bij het uitvoeren van je taak.

Bij het bowlen is het helemaal een killer. Elke worp levert een resultaat op. Een strike, spare of split. Halverwege de game sta je op een goed of minder goed resultaat. En hoe vaak is de gedachte daaraan niet funest?!

Niet voor niets hoor je de professionals keer op keer zeggen dat zij slechts focussen om worp voor worp de beste beweging te verzorgen. Zij weten als geen ander dat score volgt na bewegen. En dat denken aan score niet helpt bij beter bewegen. Laat staan het denken over winst of verlies!

 

WTF doe ik hier nog

En als dan alles tegenzit en niets meer lukt. En de score dramatisch laag is. Dan heffen we onze handen ten hemel en roepen in onszelf of nog vaker hardop “wat doe ik hier”, “ik kan beter stoppen met bowlen”.

Op dat moment kunnen er twee dingen gebeuren en ik heb ze op elk niveau mogen meemaken. Zelfs in een EK finale.

Óf een speler blijft zichzelf beklagen en blijft in die fase steken. Geen fraai gezicht, maar omdat we allemaal menselijk zijn hebben we dat allemaal weleens meegemaakt en begrijpen de frustratie. Echt luisteren naar die persoon doen we dan al niet meer want zijn argumenten zijn lichtelijk naast de werkelijkheid.

Óf een speler is ineens in cirkel 1 en kan zelfs vrij kort daarna in flow geraken. Het is alsof alle weerstand oplost door het simpelweg te accepteren “het maakt nu toch niks meer uit”, “ik kan de finale nu toch niet meer halen”.

En dan gebeurt het wonder. Ineens lukt alles!

 

Heb je vragen of opmerkingen? Laat hieronder een reactie achter.

Wil je meer lezen over dit onderwerp? Hier zijn 3 artikelen die misschien ook interessant zijn voor jou:

Is bowling meer een technische of een mentale sport
Een topprestatie bereiken door niets te willen
Je moet positief denken

Auteur

Jack Edelaar
Mastercoach in Sports

Reacties

Jack
8-5-2020 16:43
Hoi Mario, Fijn dat het zo verhelderend voor jou was en graag gedaan! groet, Jack
Mario
8-5-2020 16:00
Hoi Jack, Heel erg bedankt voor dit artikel. Een echte eye opener. Fijn weekend. Groetjes, Mario

Laat een reactie achter